Meten is weten. Het geheim van de weegschaal!

Voor mensen die gewicht willen verliezen, spieren op willen bouwen of gewoon een gezond gewicht willen behouden kan de weegschaal zowel vriend als vijand zijn. Volgens experts is er echter een goede en een slechte manier om de weegschaal te gebruiken – terug te brengen tot een aantal stelregels.

Voor mensen die gewicht willen verliezen, spieren op willen bouwen of gewoon een gezond gewicht willen behouden kan de weegschaal zowel vriend als vijand zijn. Volgens experts is er echter een goede en een slechte manier om de weegschaal te gebruiken – terug te brengen tot een aantal stelregels.

Sommige mensen wegen zich dagelijks, terwijl voor veel mensen het aangeraden is om juist een keer in de week te wegen. Dagelijks wegen kan voor veel mensen leiden tot “geobsedeerd wegen”, het getal op de schaal is belangrijker dan het gewicht.

Stelregels voor het wegen

Streef bij het wegen altijd naar gelijkenissen. Weeg jezelf…

Als je een weegschaal thuis gebruikt, zorg er dan voor dat deze op een gelijk oppervlakte staat. Wiebelende badkamertegels of hoogpolig tapijt kan leiden tot onnauwkeurige metingen.

Een goed idee is om je weegschaal in de badkamer (alleen bij vlakke tegels), parket of laminaat te zetten want dan weeg je minder. Het is prettiger wanneer je kan zeggen dat je 65 kilo weegt in plaats van 75. Op een harde vloer buigt de weegschaal door en met een zachte ondergrond gebeurt dat niet. Dit zorgt er voor dat bij het eerste scenario de pootjes naar binnen buigen en op tapijt zakken de pootjes lekker naar beneden. Door het naar beneden zakken blijft de vorm van de weegschaal echter hetzelfde. Dat doorzakken van die pootjes op een harde vloer maakt juist de hefboom die het gewicht naar de metalen plaat overbrengt korter. En dat zorgt voor een lager gewicht.